Wanneer experimenteerde Van Gogh met complementaire kleuren?

Vincent van Gogh maakte zijn beroemdste schilderijen in Zuid-Frankrijk, bekend om hun felle kleuren. Om het kleureffect te versterken gebruikte hij complementaire kleuren, door geel en paars, blauw en oranje, rood en groen te combineren. Maar al in zijn donkere periode in Nuenen experimenteerde hij met kleurencombinaties.

Vandaag 136 jaar geleden, op of omstreeks 20 oktober 1885,

Schreef Vincent van Gogh vanuit Nuenen aan Theo:

"Om maar te zeggen hoe die studie is geschilderd — heel simpel dit. Groen en rood zijn complementair. Nou, er is een bepaalde — rood in de appels, heel grof van zichzelf — en ook groenige dingen. Nu zijn er ook een of twee appels in een andere kleur — die het geheel goed maken — in een bijzonder roze. Die roze — is de gebroken kleur, ontstaan ​​door het mengen van het eerder genoemde rood en het eerder genoemde groenachtig. Daar heb je de reden waarom er een associatie is tussen de kleuren. Daarbij komt nog een tweede contrast — de achtergrond vormt een contrast met de voorgrond. De ene is een neutrale kleur, verkregen door blauw met oranje te breken, de andere dezelfde neutrale kleur, alleen gewijzigd door wat geel toe te voegen.”

Mandje Appels
Nuenen, 1885
Olieverf op canvas
45,0 x 60,4 cm
Van Gogh Museum, Amsterdam

Misschien vind je dit ook leuk om te lezen:

• Wat waren de oorspronkelijke kleuren van de kleuren van Van Gogh?

Van Goghs 'Mandje Appels'

<< vorige | volgende >>