-
Treed in Van Goghs voetsporen in de Borinage

Kolenmijn, Rue de Marcasse, Petit-Wasmes
Wat drijft iemand ertoe om alles op te geven wat hij kent en opnieuw te beginnen? Voor Vincent van Gogh ligt het antwoord in de Borinage, een plek die hem transformeerde van predikant tot een van 's werelds meest gevierde kunstenaars.
De Borinage, een mijnstreek in het zuiden van België, was een plek vol ontberingen. Donkere, met rook gevulde luchten en rijen kleine, overvolle arbeidershuisjes creëerden een sombere sfeer. Het geratel van kolenwagens en de roetbedekte gezichten van mijnwerkers weerspiegelden hun dagelijkse uitdagingen. Toch was het hier dat Van Gogh zich ontwikkelde van predikant tot kunstenaar – een reis vol strijd, passie en veerkracht.
In 1878 kwam Vincent van Gogh naar de Borinage om predikant te worden onder de mijnwerkers, een rol die zijn familie hem had aangespoord te nemen. Hij voelde het gewicht van hun verwachtingen, en tegelijkertijd begon zijn passie voor kunst te groeien. Deze passie was jaren eerder aangewakkerd toen hij voor een kunsthandel in Den Haag, Londen en Parijs werkte, en nu, ondanks zijn plichten als predikant, werd dat vuur opnieuw aangewakkerd door zijn omgeving, zoals hij in brieven aan zijn broer deelde:
“..dat er hier in de Borinage geen schilderijen zijn, dat men zelfs over ’t algemeen ganschelijk nieta weet wat een Schilderij is… Maar dit neemt niet weg dat het hier een zeer eigenaardig en zeer schilderachtig land is, alles spreekt als het ware en is vol karakter." ─ Vincent van Gogh, 26 december 1878

Oude Station, 142 Rue de Pâturages
Pâturages: Van Goghs aankomst in de Borinage (begin december 1878 – eind december 1878)
Begin Van Goghs reis in Pâturages, waar hij voor het eerst in de Borinage aankwam. Het oude station op 142 Rue de Pâturages staat er nog steeds. Stel je voor hoe Vincent van de trein stapt, onzeker over zijn toekomst maar gedreven door een gevoel van doelgerichtheid. Dit bescheiden station markeerde het begin van zijn tijd op een uitdagende maar cruciale plek.
Van Goghs eerste woning in de Borinage, 39 rue de l’Eglise, Pâturages
Bezoek vervolgens de locatie van Van Goghs eerste woning aan 39 rue de l’Eglise. Het pand bestaat niet meer, maar dit was zijn eerste huis in de Borinage. Hier staan biedt een glimp van de vroege dagen van zijn reis.

Van Gogh Huis, Rue Wilson 221, Wasmes
Wasmes: Van Goghs vroege dagen in de Borinage (eind december 1878 – begin augustus 1879)
Na Pâturages verhuisde Van Gogh naar Wasmes, waar hij tussen de mijnwerkers woonde in smalle straten met bescheiden huisjes en de geur van brandende kolen. Hij verbleef bij de familie Denis op Rue Wilson 221, Wasmes, nu een museum gewijd aan zijn tijd daar. Hij bracht maanden door met prediken en het ondersteunen van de mijnwerkers, en het huis staat nog steeds als eerbetoon aan zijn werk.Inspiratie uit de literatuur
Tijdens zijn tijd in Wasmes predikte Van Gogh niet alleen, maar zocht hij ook inspiratie in boeken. In juni 1879 schreef hij aan zijn broer Theo:
"Lees tegenwoordig veel in de Negerhut (van Oom Tom) ─ er is nog zooveel slavernij in de wereld ─ en in dat verwonderlijk schoone boek wordt die zoo zeer gewigtige zaak besproken met eene wijsheid, met eene liefde en een ijver en belangstelling voor het waarachtig welzijn van arme verdrukten, dat men er onwillekeurig telkens weer op terug komt en er telkens meer in vindt." — Vincent van Gogh, juni 1879
Vincent las veel, verdiepte zich in werken van Charles Dickens, Thomas a Kempis, Victor Hugo en anderen. Zijn boeken weerspiegelden zijn empathie en verlangen om anderen te begrijpen.
Als predikant werkte Van Gogh nauw samen met de mijnwerkers, deelde hij in hun ontberingen en gaf hij zijn geld en kleding weg. Hij leefde vaak zonder comfort, net zoals zij. Vincent ging zelfs 700 meter diep met hen mee een gevaarlijke kolenmijn in. Een bezoek aan deze kolenmijn op Rue de Marcasse, Petit-Wasmes toont de barre omstandigheden – smalle schachten, vochtige lucht en constante echo's – die hem diep raakten.
"De lieden hier zijn zeer ongeleerd en onwetend, kunnen meestendeels niet lezen doch tegelijk verstandig en vlug in hun moeielijk werk, moedig, vrij klein van postuur maar vierkant in de schouders met sombere diepliggende oogen. Zij zijn handig in veel dingen en werken verbazend veel." — Vincent van Gogh, april 1879

Kolenmijn Rue de Marcasse, Petit-Wasmes
Van Goghs eerste stapjes in de kunst
In de zomer van 1879 ontving Van Gogh een aquarellenset van zijn voormalige werkgever bij Goupil & Co in Den Haag. Hiermee werkte hij aan een eerdere potloodtekening van de kolenmijn in Flénu. Dit markeerde een van zijn eerste stappen richting het omarmen van het kunstenaarschap.

Cokesfabriek in de Borinage
Flénu, juli-augustus 1879
potlood, waterverf, op papier
26,4 cm x 37,5 cm
Van Gogh Museum, Amsterdam

Salon du Bebe, Rue du Bois 257-259, Petit-Wasmes Van Gogh
Preken bij de Salon du Bébé (januari 1879 – juni 1879)
Tussen januari en juli 1879 sprak Vincent meerdere keren in Salon du Bébé, ook wel Le Temple de Bébé genoemd, gelegen aan Rue du Bois 257-259, Petit-Wasmes. Vincent had moeite om de lokale bevolking te begrijpen vanwege hun snelle Franse dialect en zijn preken waren niet succesvol. Het Belgische Evangelisatiecomité concludeerde dat hij geen effectieve spreker was en zijn contract werd niet verlengd.

Van Gogh Huis, 5 rue du Pavillon, Cuesmes
Cuesmes: Van Goghs toewijding aan de kunst (begin augustus 1879 – oktober 1880)
Zijn mislukking als predikant liet Van Gogh verloren en onzeker achter. Hij verhuisde naar Cuesmes, waar hij verbleef bij evangelist Edouard Francq op 5 rue du Pavillon. De onzekerheid zette zijn relatie met zijn familie onder druk en hij correspondeerde bijna een jaar lang niet met Theo. In juni 1880 beschreef Vincent zijn moeilijke tijd en legde uit waarom hij zo lang niets van zich had laten horen:(Vanaf dit moment schreef Vincent in het Frans. Hieronder dus geen mooie Oudnederlandse citaten meer, maar vertalingen naar modern Nederlands.)
"Wat ruien is voor vogels, de tijd waarin ze hun veren wisselen, dat is tegenspoed of misère, moeilijke tijden voor ons mensen. Men kan in die ruitijd blijven, men kan er ook vernieuwd uitkomen, maar dat gebeurt niet in het openbaar; het is nauwelijks vermakelijk, het is niet vrolijk, dus het is een kwestie van jezelf schuilhouden." — Vincent van Gogh, juni 1880

Van Gogh Huis Cuesmes interieur
In Cuesmes zette Vincent zijn worstelingen om in creativiteit. Hij schetste het lokale landschap en de mijnwerkers, waarbij hij de kale velden en vermoeide gezichten vastlegde. Zijn ruwe lijnen weerspiegelden zowel de harde omgeving als zijn groeiende verbondenheid met de mensen. Tekenen werd zijn emotionele uitlaatklep, en hij besloot kunstenaar te worden.

De route van Cuesmes naar Courrières

Jules Bretons studio in Courrières en het café dat Van Gogh bezocht toen hij niet op betrons deur durfde te kloppen.
De Reis naar Courrières (maart 1880)
In maart 1880 liep Van Gogh bijna 80 kilometer van Cuesmes in België naar Courrières, een stad in Frankrijk om de succesvolle kunstenaar Jules Breton te ontmoeten. Vincent durfde zich echter niet voor te stellen bij aankomst, ging in plaats daarvan naar een café en keerde terug naar België zonder Breton ooit te ontmoeten.
Hoewel hij ontmoedigd was door zijn angst om Breton te ontmoeten, symboliseerde de reis - wandelen langs stoffige wegen onder een grijze lucht - zijn onverzettelijke vastberadenheid om door te gaan, zelfs bij tegenslag.
In juli 1880 verhuisde Vincent naar het naastgelegen huis, van de familie Decrucq aan 3 rue du Pavillon, Cuesmes. Tijdens deze periode werd zijn transformatie tot kunstenaar definitief. Hij besteedde zijn dagen aan het bestuderen van Millets kunst en het verkennen van zijn eigen artistieke ideeën. De vroege schetsen die hij maakte van mijnwerkers en arbeiders zouden zich later ontwikkelen tot zijn iconische stijl.
"Ik doe het voorlopig veel beter door eerst enkele goede dingen te kopiëren dan door zonder die basis te werken. Toch kon ik het niet laten om een vrij grote tekening van de mijnwerkers die naar de mijn gaan te schetsen, waarvan ik je de schets heb gestuurd." — Vincent van Gogh, 7 september 1880
Een van deze werken was "Mijnwerkers in de Sneeuw", een krachtige weergave van het dagelijkse werk van de mijnwerkers. Dit werk heeft nog lang niet de finnese van zijn later werk, maar het toont Van Goghs wel al vermogen om de harde realiteit van het arbeidersleven weer te geven.

Mijnwerkers in de Sneeuw
Cuesmes, september 1880
Potlood, gekleurd krijt, en transparante aquarel op velijnpapier
44 × 55 cm
Kröller-Müller Museum



Millets Zaaier, Maaier en Spitters, Van Goghs kopieën en Van Goghs schilderijen jaren later.
De Invloed van Millet op Van Gogh
In Cuesmes dompelde Van Gogh zich onder in de werken van Jean-François Millet (1814 – 1875), een Franse schilder bekend om zijn voorstellingen van landarbeiders. Van Gogh bewonderde Millets vermogen om het zware leven van de boeren vast te leggen en vond hierin inspiratie voor zijn eigen werk.
"Je moet weten dat ik grote tekeningen maak naar Millet, en dat ik De vier tijden van de dag heb gedaan, evenals De zaaier." — Vincent van Gogh, 20 augustus 1880
Het bestuderen van Millet legde de basis voor Van Goghs latere schilderijen, waarin hij de invloed van Millet combineerde met zijn eigen emotionele intensiteit en levendige kleuren.
Van Goghs transformatie: van predikant tot kunstenaar
Van Goghs reis van predikant naar kunstenaar was vol uitdagingen. Hij voelde veel onzekerheid, maar gebruikte deze obstakels om zijn creativiteit aan te wakkeren. Uiteindelijk vond hij zijn ware roeping."In deze extreme armoede voelde ik mijn energie terugkomen. Ik pakte mijn potlood weer op, en nu ben ik op weg. Mijn potlood is enigszins gehoorzaam geworden, en elke dag meer." — Vincent van Gogh, 24 september 1880
Zelfs in zijn donkerste momenten bleef Van Goghs passie branden, hoewel hij zich vaak ongezien voelde:
"Iemand heeft een groot vuur in zijn ziel, maar niemand komt zich eraan warmen, en voorbijgangers zien niets anders dan een beetje rook en gaan verder." — Vincent van Gogh, rond 24 juni 1880
"Er is een lanterfant die gekweld wordt door een verlangen naar actie, die niets doet omdat omstandigheden hem gevangen houden. Hij voelt instinctief: 'Ik ben ergens goed voor, ik heb een doel!' maar weet niet wat het is." — Vincent van Gogh, rond 24 juni 1880
Van Gogh voelde zich gevangen als predikant. Hij wist dat hij voor iets groters was bestemd, en hoewel het tijd kostte, bleef hij doorgaan en vond uiteindelijk zijn vrijheid door kunst.
Van Goghs tijd in de Borinage is een getuigenis van veerkracht, passie en het geloof dat schoonheid zelfs uit de donkerste plaatsen kan opbloeien.
Wanneer je in de voetsporen van Vincent treedt in Zuid-België, verwacht dan niet veel locaties te vinden die Van Gogh spectaculair heeft geschilderd, zoals in Nuenen, Arles, Saint-Rémy of Auvers-sur-Oise. Maar een reis naar de Borinage kan zeer inspirerend zijn. Wat is jouw passie? Wat zijn jouw dromen? Heb jij het lef van Van Gogh?

In tegenstelling tot Van Gogh hebben we tegenwoordig moderne technologie zoals auto's om onze dromen te volgen :)
Misschien vind je dit ook leuk om te lezen:
- Treed in Van Goghs voetsporen in Zuid-Frankrijk
- Treed in Van Goghs voetsporen in Nuenen
- Treed in Van Goghs voetsporen in Auvers-sûr-Oise
- Treed in Van Goghs voetsporen in Drenthe
Tip: De tentoonstelling "Op reis met Vincent" is tot 7 januari 2024 in het Drents Museum in Assen te zien.
Je dagelijkse dosis Van Gogh
Wat schreef Van Gogh vandaag?Kom erachter in dit gratis Van Gogh e-book.
Honderden vragen beantwoord door Van Gogh zelf!
Reacties (0)
Geen reacties gevonden.