Vincent van Gogh bewonderde luitenant Paul Eugène Milliet ('De minnaar') om zijn omgang met vrouwen. Hij bekent tegenover Theo:

"Milliet heeft geluk, hij heeft alle Arlésiennes die hij wil, maar ziedaar, hij kan ze niet schilderen, en als hij een schilder was, zou hij er geen hebben." In dit portret beeldt hij hem af als het prototype van een minnaar.

Vandaag 133 jaar geleden, op 25 september 1888,

Vincent van Gogh schreef vanuit Arles aan Theo:

"Zolang de herfst duurt, heb ik niet genoeg handen, canvas of kleuren om de mooie dingen die ik zie te schilderen. Ik werk ook aan het portret van Milliet, maar hij poseert slecht, of anders is het mijn schuld, wat ik echter niet geloof, maar ik heb dringend wat studies van hem nodig omdat hij er goed uitziet, erg parmantig, heel gemakkelijk in de omgang, en hij zou mij perfect passen voor een schilderij van geliefden. Ik heb hem al een studie beloofd voor zijn moeite, maar zie je wel, hij kan niet stilzitten.”

Paul Eugène Milliet ('De minnaar')
Arles, 1888
Olieverf op canvas
60,3 x 49,5 cm
Kröller-Muller Museum

Misschien vind je dit ook leuk om te lezen:
Was Van Gogh jaloers op Milliet?
Van Goghs 'Paul Eugène Milliet ('De minnaar')'.

Je dagelijkse dosis Van Gogh

<< vorige | volgende >>
      25-09-2021 15:32     Reacties ( 0 )
Reacties (0)

Geen reacties gevonden.